De Tweede Kamer heeft deze week de Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) verworpen. Volgens lobbyist Robbert Baruch van Buma Stemra hebben veel critici de tekst van ACTA nooit gelezen en maken ze zich druk over een verdrag waar ‘niks bijzonders’ in staat. Hij daagde me uit om inhoudelijk op de verdragstekst te reageren. Vooruit, ik ben de beroerdste niet.
“Stop ACTA! Big Brother! Fuck ACTA! Censuur!” De taal van de actievoerende Anonymous-hippies is niet mijn taal, maar we strijden in principe wel dezelfde strijd. De Anti-Counterfeiting Trade Agreement wordt gevreesd en gehaat omdat hij de piketpaaltjes slaat om de privacy van internetgebruikers grondig in te perken. De demonstranten hebben in zoverre hun zin gekregen dat ze de politiek wakker hebben geschud. Dinsdag 29 mei 2012 was voor Nederland een historische dag: de Tweede Kamer steunde nagenoeg unaniem een motie van D66’er Kees Verhoeven (bepaald géén hippie) om het anti-piraterijverdrag te verwerpen. Sterker nog: een tweede motie, van de PVV, om ACTA ook in de toekomst niet te tekenen, haalde het eveneens. Een mooi resultaat.
Veel Europese politici hebben hun twijfels over de Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA), die de oorlog verklaart aan piraterij. Moeten wij als incidenteel downloadende burgers nu ook vrezen voor gevangenisstraf of afsluiting van internet, zoals in Frankrijk? Hoe staat het eigenlijk met onze privacy en vrijheid van meningsuiting? Over ACTA ging ik donderdag bij het D-café van D66 Amsterdam in debat met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, digitaal trendwatcher Vincent Everts en manager Public Affairs Robbert Baruch van Buma/Stemra.