
Muziek is handel, dus hoor je zelden nog artiesten die eens lekker rebels uit de toon vallen. Afgelopen zaterdag publiceerde Het Parool weer eens zo’n strijdbaar interview: Britt Stubbe sprak met Lucky Fonz III, die overduidelijk genoeg had van het klassieke artiesteninterview. Fascinerend om te lezen. Als Stubbe doorvraagt over zijn jeugd als gabber (“daar doen mensen altijd heel spastisch over”), weigert de singer/songwriter zichzelf te psychologiseren als iemand die wilde ‘horen bij een groep gelijkgestemden’:
“Rot toch op, dat ga ik toch niet zeggen?” Waarom niet? “Omdat het inwisselbaar geblaat is. Iedere jongere heeft een tijd deel uitgemaakt van een subcultuur. Het zegt niks over mij als artiest, dus waarom zou ik erover praten? Het zegt (ook) helemaal niks over mij als mens. Elk interview met een artiest komt negen van de tien keer op precies hetzelfde neer. ‘Ik heb dit en dit meegemaakt. Dat was nogal wat. Maar gelukkig was ik zo sterk dat ik eruit ben gekomen en daarom heb ik nu zo’n fantastische roman/ plaat/ film gemaakt.’ En: ‘Ik heb een persoonlijk verhaal, dus neem mij serieus als artiest.’ Het is een wassen neus. Vreselijk.”
(more…)