Read My World: wie herkent deze gedichten?

RMWWe leven in een versnipperde wereld. Links tegen rechts. Arm tegen rijk. Oost tegen west. Noord tegen zuid. Islam tegen jodendom. Atheïsme tegen fundamentalisme. Dichter tot elkaar komen lukt alleen als de tegenpolen met elkaar in gesprek gaan. Literair festival Read My World doet zo’n poging. Komend weekend besteedt dit nieuwe Amsterdamse evenement aandacht aan “journalistiek, literatuur en alles daartussenin uit Egypte en Palestina”.

Afgelopen voorjaar haalde Read My World alvast de Palestijnse curator Asmaa Azaizeh naar Nederland voor een introductie van de meest interessante schrijvers, dichters, journalisten en bloggers uit Palestina en omstreken. Sommige van hen haakten live in via Skype. Dat leverde aardige gesprekken op, aangevuld met voorgelezen Arabische gedichten. Ter plaatse in de Openbare Bibliotheek Amsterdam werden Nederlandse vertalingen voorgelezen van de gedichten, verhalen en blogs. Aangezien meeschrijven niet snel genoeg ging, besloot ik enkele gedichten op te nemen met de dictafoon van mijn mobiel. Dan kon ik er later mooi een blogpost over schrijven. Het liep anders.

Eenmaal terug thuis slokte mijn werk me weer op en stelde ik de blogpost uit. Weken, maanden later waagde ik een poging, maar vroeg ik me bij het afluisteren van mijn dictafoon vertwijfeld af wie nu precies welk gedicht of verhaal had geschreven. Het was niet te horen op de geluidsband. Weg blog, dacht ik. Totdat de tijd wegtikte en Read My World eindelijk weer opdook in mijn agenda. Nu denk ik: fuck it, ik publiceer gewoon wat fraaie flarden. De wereld mag dan versnipperd zijn, poëzie op haar beurt is versnipperde taal. Als ik dat dan weer versnipperd opschrijf, draagt het misschien iets bij aan de dialoog tussen oost en west.

“Je stijgt op van de aarde maar je komt absoluut weer omlaag. Je zult landen op je voeten en je gezicht. Zelfs als het vliegtuig ontploft zul je in brokstukken of als stof landen. Je bent aan de aarde genageld, jouw kleine kruis.”

Sommige dichters schrijven teksten doordrenkt met verdriet: “We wisten niet dat onze tranen die werden vergoten die dag nog het meest leken op een voorgevoel van een verdriet dat weldra de stad zou overweldigen. Op dat moment beloofde ik je dat alles goed zou komen. Toen wist ik niet dat jouw bontgekleurde vlinders, die om ons heen cirkelden, in een bloedbad zouden worden verpletterd.”

“Ik was de sterkste, de snelste die dag. Zo versloeg ik een leger van broeders, kon zelfs het spiraaltje mij niet stoppen, die dag dat ik dacht dat het de moeite was en ik niet wist dat Gods pad bezaaid is met distels en dynamiet.”

Moralisme versus scepsis: “Waar ga je naartoe?” “Naar huis. Ik heb vis meegebracht.” “Er is een demonstratie.” “Waar?” “Bij de grote weg, buiten de stad.” “Tegen wie?” “Tegen de oorlog, tegen Israël.” “Wanneer?” “Nu, kom mee!” “Nee, ik kan niet. Ik kom wel later.” “Hoezo later? Ik zeg dat die demonstratie nu is.” “Die oorlog duurt al zo lang, ik ga morgen wel demonstreren.” “Een andere dag heeft geen zin. De actie van het volk moet nú beginnen!”

“Voor doden is het veel makkelijker dan voor levenden om toestemming te vragen om de grens over te steken. Al was het alleen maar omdat ze geen visum nodig hebben. Dan zou ik Beiroet kunnen zien. Wie weet, misschien kan ik dan eindelijk Beiroet zien.”

Tot zover de flarden versnipperde poëzie. Het zijn citaten van enkele van de volgende auteurs: de dichters Najwan Darwish (Jerusalem), Tarik Hamdan (Jenin), Samar Abdeljaber (Haifa, Libanon), Ghayath al Madhoon (Gaza, Syria), de schrijvers Eyad al Barghouthy (Nazareth), Alaa Hlehel (Qadita, Galilee) en de bloggers Rasha Hilwi (Acre) en Mahmoud Omar (Gaza). Wie de citaten herkent mag het zeggen!

Jeroen Mirck publiceerde dit verhaal ook op Joop.nl.

Tags: , , , , , , , ,

Leave a Reply