God verliest het van de duivel

The Devil (PJ Harvey)

Kleine liedjes, wat kunnen dat allemaal zijn? Op zoek naar het ultieme kleine liedje verval je al snel in het rock-idioom van de unplugged-sessie. Denk aan Neil Young in Massey Hall, denk aan Eric Clapton of Nirvana bij MTV. Of denk aan willekeurig welke singer-songwriter. Lastig kiezen dus. Uiteindelijk wordt het voor mij een keuze tussen God en de duivel.

Ik kies voor PJ Harvey, een vakvrouw die zichzelf gedurende haar carrière meermalen opnieuw uitvond. Die furore maakte met harde gitaren, maar ook klein en intiem werk niet schuwde. Toch moest ze alle gitaren hardhandig de deur uit doen om tot het meest intieme geluid te komen. In 2007 verscheen haar album ‘White Chalk’, waarvoor ze zich speciaal had bekwaamd in de klassieke piano. Het was een verstild piano-album, waarmee ze leek af te drijven in de richting van Tori Amos. Toch klonk het allemaal typisch ‘PJ’, met schel stemgeluid en een rafelig rockrandje.

Het allerkleinste liedje is het openingsnummer ‘The Devil’. Een staccato zichzelf repeterende enkele toetsaanslag begeleidt het hele nummer, drie minuten lang. De toonhoogte wisselt licht, maar de variatie is bewust beperkt. Ook de begeleidende drum volgt het ritme van de piano-aanslag. Vrouwenstemmen vormen de melodie, waar Harvey zelf scherp doorheen sneert.

“As soon as I am left alone / The devil wanders into my soul / And I pretend to myself / And I pretend to myself…”

Het nummer klinkt extreem duister, met dank aan het starre ritme en de rudimentaire begeleiding. Juist door niet te vervallen in bombast grijpt het je extra naar de keel. Die sfeer hangt over het hele album, maar er is geen song waarin het zo goed uit de verf komt als in dit openingsnummer. Simpeler, kleiner en daardoor ook beter. Alsof de duivel ook jouw ziel binnenwandelt.

Overigens heb ik ook een compleet ander nummer van PJ Harvey overwogen: ‘Working For The Man’ uit 1995, van een album vol duister gitaarwerk: ‘To Bring You My Love’. Minder klein, want bijna vijf minuten lang. Toch is het arrangement bijzonder in zijn eenvoud: we horen vooral een gruizige bas, begeleid door een simpel drumpartij. De zangeres zingt/praat er doorheen via een ruisende microfoon. En zo kabbelt het nummer door, zonder in te boeten aan urgentie.

“In the night, I look for love / Get my strength from the man above / God of piston, god of steel / God is here behind my wheel.”

Misschien niet het meest voor de hand liggende ‘kleine’ liedje, maar wel vernuftig in zijn kale arrangement. Maar ik koos hem dus niet. God verliest het bij mijn ultieme keuze echt van de duivel.

Over de video: Het originele nummer heeft geen videoclip, dus heb ik voor een live-versie gekozen. Er bestaan meerdere solo-versies uit de maanden na de verschijning van ‘White Chalk’, maar ik laat liever een latere uitvoering met haar band zien, op het Sidney Festival in 2013. Er doen meer instrumenten mee, maar nog altijd is het een mooi klein liedje. En het is een geweldige live-vertolking. Enjoy!

Dit is mijn bijdrage aan de ‘kleine liedjes’-battle van afgelopen week op OndergewaardeerdeLiedjes.nl.

Tags: , , , ,

Leave a Reply