The Soundtrack of My Life

SOYL 2017

Een leuke muzikale uitdaging: de 30 Day Music Challenge. Beantwoord elke dag een muzikale vraag door een liedje te kiezen en leg uit waarom. Vorig jaar was dit initiatief aan mijn aandacht ontsnapt, maar dit jaar doe ik mee aan Soundtrack of Your Life, georganiseerd door blogger Noud de Greef.

Alle bijdragen staan in een besloten groep op Facebook en zijn dus beperkt toegankelijk. Daarom verzamel ik mijn eigen (bijna) 31 muziekblogs ook maar even hier. Tot aan oudejaarsdag voeg ik dagelijks een update toe aan dit overzicht. Zet Spotify aan (of YouTube) en geniet ervan!

Dag 31: go out with a bang!

Leuk om mee te doen aan #SOYL2. Dank voor de organisatie en de playlists, Noud. Going out with a bang schoot er hier voor mij even bij in (offline uiteraard niet). Het nummer dat daar voor mij bijhoort is een klassieker van Frankie Goes To Hollywood. Hun debuutalbum eindigt ook echt met een ‘BANG!’ maar ik kies de hit met die controversiële videoclip. ‘Two Tribes’ is actueler dan ooit: het vergt weinig fantasie om Donald Trump erbij te denken.

Dag 30: song of the year

Ik stapte een dag te laat in bij deze editie van Soundtrack of Your Life. Dat kwam goed uit, want daardoor hoefde ik niet direct mijn Album van het Jaar te verklappen. Morgen maak ik mijn albumlijst, dus daar val ik jullie dan alsnog mee lastig. Vandaag is de vraag: wat is het beste nummer van het jaar? Daar zit bij mij wel enige overlap tussen. Dus ik verraad al iets over mijn albumlijst als ik zeg dat ik lang getwijfeld heb tussen St. Vincent met het compacte meesterwerkje ‘New York’ en een band die – ten onrechte – iets minder bekend is: Strand of Oaks. Ik kies uiteindelijk voor die laatste, omdat hun prijsnummer ‘Radio Kids’ juist gaat over liedjes die je op de radio hoort en die je helemaal overdonderen. Het mooie is: dat doet dit nummer ook. Stoer en toch intiem. Hartstikke knap. Ga allemaal luisteren naar Strand of Oaks. Een openbaring.

Dag 29: mijn allereerste album

De eerste single en het eerste album dat ik kocht, waren allebei van dezelfde band: Culture Club. Een echte jeugdliefde, want ik draai die band nog maar zelden. De single was trouwens van een album eerder, dus kom ik vandaag uit bij ‘Colour by Numbers’ uit 1983. Een album met zes succesvolle singles, waarvan ik voor jullie het aanstekelijke ‘Church of the Poison Mind’ kies.

Wat een heerlijk nummer: het strakke drumwerk, de mondharmonica, de backing vocals van Helen Terry… maar vooral toch de unieke performer Boy George. Tegenwoordig worden LHBTI-boegbeelden op een schild gehesen vanwege hun lef om zich uit te spreken, maar George durfde al uitgesproken zichzelf te zijn in de onzekere jaren tachtig. Los van zijn aanstekelijke muziek heeft hij veel betekend voor jonge twijfelende gays over de hele wereld.

Dag 28: muziek over de lente

De lente is een soort herfst, maar dan met de zomer in het vooruitzicht. Altijd ligt de regenachtige somberheid op de loer. Jolie Holland kan daar prachtig melancholiek over zingen. Haar stem jammert, gromt en schuurt. Ik had het voorrecht haar begin dit jaar live te zien in het Amsterdamse Zonnehuis, waar ze na afloop zittend op de trappen voor de antieke muziekzaal nog even napraatte. Nieuwsgierig? Luister van haar album ‘Springtime Can Kill You’ (2006) dan zeker ook het slotnummer ‘Mexican Blue’. Minstens zo mooi en melancholiek als de titeltrack.

“Springtime, springtime can kill you
Just like it did poor me
Don’t you see we’re all hurt the same way
So get out, get out of your house.”

Dag 27: slaapmuziek

Een nummer waarvan je in slaap valt. Of gewoon tot rust komt. Dat heb ik heel sterk bij de muziek van de IJslandse postrockband Sigur Rós. Rustgevend, maar op andere momenten ook enorm emotionerend. Unieke muziek van een unieke band.

Dag 26: herinnering aan speciale gebeurtenis

De videoclip voor een van de mooiste liedjes over New York is geschoten op 7 september 2001. Ryan Adams speelt gitaar onder de Brooklyn Bridge, met de Twin Towers prominent aanwezig op de achtergrond. Vier dagen later stonden ze er niet meer. Je kunt dus niet naar deze video kijken zonder aan de aanslag op Manhattan te worden herinnerd.

Adams is wel eens sensatiezucht verweten, maar mensen vergeten dan dat hij de opbrengst van het nummer doneerde aan 9/11-charity’s. Na de aanslagen werd de clip uitgebracht met als naschrift een eerbetoon aan de slachtoffers en ‘those who worked to save them’.

Dag 25: kerstmuziek

Het mooiste kerstlied? Eitje. ABC’tje. No-brainer. Want: samen, sfeer, liefde én solidariteit. Band Aid dus.

“But when you’re having fun
There’s a world outside your window
And it’s a world of dread and fear
Where the only water flowing
Is the bitter sting of tears
And the Christmas bells that ring there
Are the clanging chimes of doom
Well tonight thank God it’s them
Instead of you.”

Merry Christmas everyone!

Dag 24: muziek die je niet van me verwacht

Goeie vraag: een nummer waarvan niemand had verwacht dat je het leuk vindt. Als indie-adept zal het sommigen wellicht verrassen dat ik ook hou van vintage hiphop en foute eighties-muziek. Maar goed, vonden wij veertigers dat vroeger niet allemaal leuk?

Daarom kom ik voor deze vraag uit bij onversneden country: als die uitgevoerd wordt met een oprechte snik op het juiste moment, komen bij mij de tissues te voorschijn. Wat vind ik dat verdomde mooi. De koningin in dat genre is natuurlijk Dolly Parton en dit vind ik zonder twijfel haar mooiste nummer.

Waarschuwing: niet voortijdig wegzappen, want het tranentrekkende hoogtepunt komt pas na 4:04 minuten. Zo goed, zo mooi!

Dag 23: beste kroegnummer

Als ik aan kroegmuziek denk, denk ik aan Tom Waits. De oude Tom Waits, wel te verstaan. De openste deur is dan natuurlijk zijn klassieker ‘The Piano Has Been Drinking (Not Me)’, al was het maar vanwege de titel en die heerlijke dubbele tong waarmee hij het zingt.

Waits’ imago als kroegtijger klinkt heerlijk door in ‘Small Change’ uit 1976, het album waar die drinkende piano op figureert. Deze plaat bevat ook het allermooiste nummer dat Waits ooit maakte (al heeft hij zoveel moois gemaakt dat iedereen een andere favoriet kan hebben). Ook dit nummer refereert aan kroegen, in dit geval gevuld met stomdronken zeelieden. En Matilda, die hij modelleerde naar de Deense zangeres Mathilda Bondo.

Over het schrijven van dit meesterwerk zou Waits ooit gezegd hebben tegen zijn producer Bones Howe: “I went down to skid row. I bought a pint of rye. In a brown paper bag. I hunkered down, drank the pint of rye, went home, threw up, and wrote Tom Traubert’s Blues.”

Dag 22: artiest die je ooit live zag

Een beetje verlaat, maar vooruit: welke artiest die ik ooit live zag, zou ik dolgraag met jullie willen delen? Nick Cave op Lowlands 2013 schoot me direct te binnen, misschien wel het mooiste concert waar ik ooit bij was. Maar toen bedacht ik me dat ik hier tot nu toe louter mannelijke artiesten heb gedeeld. Serieus.

Dat kan natuurlijk niet. Te meer daar me prompt een ander concert te binnen schiet dat minstens zo veel indruk op me heeft gemaakt. Eveneens op Lowlands. Van een vrouw. En ook nog eens een ex van Nick Cave. Toeval bestaat niet.

We gaan terug naar Lowlands 1998. Mijn broer en ik hadden speciaal een kaartje gekocht omdat ook de Beastie Boys zouden komen. Om maar helemaal vooraan te staan bij hun optreden, pakten we het concert ervoor ook maar mee. PJ Harvey, wel eens van gehoord. Maar verdomd, wat was die vrouw goed. Een duistere, zinderende show, met veel werk van haar toenmalige album ‘Is This Desire?’ Er is sindsdien bijna geen artiest die ik vaker luister. Polly Jean is Indie Queen.

Op Spotify zijn geen live-albums van PJ Harvey te vinden, want die heeft ze niet. Uitzondering is een verzameling van optredens bij John Peel. Op YouTube staan geen fragmenten van het bewuste concert op Lowlands. Om toch de sfeer te vangen uit die verduisterde festivaltent, kwam ik uit bij deze vertolking van ‘The Garden’ uit datzelfde jaar 1998.

Dag 21: winterliedje

Winter. Kou. Sneeuw. Isolement. Thuis bij de kachel. Of juist buiten op de veranda. Wolkjes uitademend in de steriele lucht. Winterdepressie. Winterslaap. Welke artiest hoort daarbij? Ineens weet ik het: Eels. Zonder direct een liedje te weten. Zo’n verstilde ballad. Even zoeken: heeft zanger E. een liedje met ‘winter’ in de titel? Ja, dat heeft ie. En het is prachtig, zoals elke ballad van Eels. Het klopt helemaal. Het is helemaal winter. Ook al gaat het over zijn stervende moeder.

“Standing in the dark outside the house
Breathing in the cold and sterile air.
Well I was thinking how it must feel
To see that little light
And watch it as it disappears
And fades into the night.”

Dag 20: muziek van mijn ouders

In mijn jeugd kon ik mijn ouders nooit echt betrappen op een intense liefde voor muziek. Mijn vader had alles van The Beatles op band en kocht daar na de uitvinding van de compact disk ook alle cd’s van. Behalve The White Album, die hij vermoedelijk te experimenteel vond.

Die banden heb ik nooit beluisterd, in tegenstelling tot de langspeelplaten die ik als kind in een kist vond. Don McLean (‘Vincent’, de latere naam van mijn jongste broer), Bob Dylan, Simon & Garfunkel… maar het allerleukste single’tje was toch echt dat rare nummer van The Osmonds: ‘Crazy Horses’.

Hardrock-riff met vrolijke melodie, het klopt eigenlijk van geen kant. Misschien vond ik het daarom als jong kind juist zo leuk om te draaien. Dan sprong ik lekker mee in de kamer, als zo’n gek paard. Paarden vond ik sowieso geweldig, want mijn vader was opgeleid als vee-arts, gespecialiseerd in paarden. Zo is de cirkel toch een beetje rond.

Dag 19: muziek om samen op te dansen

Samen dansen, dat vat ik maar even op als schuifelen in de puberdisco, of zoals sommige mensen dat noemen: slijpen. (Scharen ook?) Ik zag Dirty Dancing al langskomen, heel toepasselijk. De ultieme schuifelplaat voor mij is toch echt het solodebuut van George Michael: met die clip, met die saxofoonsolo, met dat wapperende gordijn, met al dat hartstochtelijke luddeveduh. Helemaal af. De Bohemian Rapsody van de schuifelmuziek: Careless Whisper!

Dag 18: nummer uit het jaar dat je 18 werd

1989 was het jaar dat ik achttien werd. Het jaar van The Bangles (met hun wereldhit ‘Eternal Flame’), het jaar van de lambada en Milli Vanilli, het jaar dat Guns ‘n’ Roses doorbrak, het jaar dat Madonna een zwarte Jezus zoende, het jaar dat Prince de soundtrack voor Batman maakte.

Voor mij persoonlijk was 1989 het jaar dat ik echt van hiphop ging houden. Dat kwam vooral door het debuutalbum ‘Three Feet High and Rising’ van De La Soul. Dat was zo verfrissend anders dan anders dat het nog altijd een album is dat er toe doet. En zeg nou zelf: jij wordt toch ook meteen blij als ‘Me Myself & I’ langskomt op de radio?

Dag 17: het vergeten nummer

Een song die ik bijna was vergeten? Bij het struinen op Spotify stuitte ik op veel prachtig oud werk dat was weggezakt: Marillion (het oude werk, met Fish), The Doors, Simon & Garfunkel… maar ik kies hier toch hartgrondig voor een songwriter die plotseling van ons werd weggerukt: Tom Petty. Toen het album ‘Into the Great Wide Open’ uitkwam in 1991, vond ik het prachtig. Daarna verloren we elkaar uit het oog. De dood van Petty deed mijn liefde voor zijn muziek opleven. Mijn favoriet: het openingsnummer ‘Learning to Fly’. Al was het maar vanwege het fatale refrein. “I’m learning to fly, but I ain’t got wings. Coming down is the hardest thing.”

Dag 16: recent ontdekt nummer

Recent pas echt ontdekt: Lynyrd Skynyrd. En dan met name het lang uitgesponnen nummer ‘Free Bird’. Ik kende de zanger en de tekst al, omdat ze figureren in een western-strip die ik in mijn jeugd las: ‘Herinnering aan een rebel’ van Delgadito, getekend door de Nederlander Paul Teng. Indertijd was er nog geen Spotify om zo’n nummer even op te zoeken. Nu wel. Geweldige band trouwens. Je kent ze van ‘Sweet Home Alabama.’

Dag 15: ideale ringtone

Welk liedje als ringtone? Leuk, zo’n vraag uit de 20e eeuw. Het doet me een beetje denken aan mijn studententijd. Toen deed ik nog wel eens lollig door muziek te verwerken in mijn voicemail (van de vaste telefoon, dat dan weer wel). Wie me belde en niet te pakken kreeg, zat ineens naar de openings-riff van ‘Fight For Your Right to Party’ te luisteren. Beastie Boys zijn geniaal, maar toch. Sorry voor die studentikoze humor.

Dag 14: herfstnummer

Mijn ultieme herfstnummer is ‘Autumn’s Here’ van Hawksley Workman. De man kan in z’n muziek schaamteloos over de top gaan en er toch mee weg komen. ‘Autumn’s Here’ is zo’n nummer. Wacht maar tot het koor inzet, je houdt het niet droog. Dat zingt ie ook: “It’s okay if you want to cry.”

Dag 13: nummer dat je nooit meer wil horen

Oei, wat een hersenkraker: een nummer dat je nooit meer wil horen. Enerzijds omdat je zulke muziek verdringt, anderzijds omdat je er ook vooral niet meer naar wil luisteren. Waarom dan delen? Mijn uitgangspunt: ik wil geen superslechte muziek delen, want superslechte muziek is van alle tijden. Nee, wat ik uit deze vraag haal is welke muziek op het randje balanceerde en eroverheen viel – om wat voor reden dan ook.

Lang gedubt tussen goede originelen van foute covers (of andersom), want dan kun je de goede versie laten horen en alleen naar die slechte versie verwijzen. Maar daar vond ik geen absolute uitschieter in – omlaag, wel te verstaan.

Nee, ik kies voor de artiest die ooit mijn absolute favoriet was, maar op een gegeven moment van zijn voetstuk kukelde. Een artiest die ik nog steeds geniaal vind, maar waarvan ik sommige muziek echt niet meer kan luisteren. Ik heb het over Prince. De Mozart van onze tijd. Elvis en The Beatles gefuseerd. Genie. De beste. Punt.

Totdat hij het spoor bijster raakte. Sindsdien bleef hij meesterlijke nummers schrijven, maar zijn albums werden steeds wisselvalliger. Wat Prince zelf vermoedelijk zag als een concept-album, werd een opeenstapeling van flauwe skits met rare stemmetjes.

Het eerste album waar dit echt helemaal mis ging, was Graffiti Bridge uit 1990. Een ongestructureerde soundtrack, met veel te veel ruimte voor protégés die hun mindere ding mochten doen. Zelf verliest Prince zich in nietszeggende pop en zoetsappige ballads, met het titelnummer als tenenkrommend dieptepunt. En ik kocht het braaf, want ik was fan.

Goed, ik kan het dus niet over mijn hart verkrijgen om hier een slecht nummer van Prince te delen, dus krijg je van mij een van de nummers van dit album die wél kunnen bekoren. Toch begint dit nummer weer rommelig met allerlei rare stemmen en samples die de opening helemaal om zeep helpen. Maar dan laat Prince zijn gitaar spreken en komt het toch nog goed. Voor heel even, want dieptepunten als ‘Tick, Tick, Bang’ en ‘Graffiti Bridge’ moeten dan nog komen. Die mag je lekker zelf gaan luisteren op Spotify of YouTube. Brrrr.

Dag 12: eigen sitcom-tune

Een eigen sitcom, dat is toch wel het toppunt van ijdelheid. Sowieso heb ik niks met sitcoms. Cheers vond ik saai, The Cosby Show cheesy. Married With Children was leuk tot mijn zestiende. Friends bestond uit een stelletje oppervlakkige yuppen, hipsters or whatever. Voor zoiets vreselijks een intro-tune bedenken is dus best een bezoeking. Terugkomend op die ijdelheid is er slechts één song denkbaar die pakkend én treffend is: I’m The Man!

Dag 11: ‘boze’ muziek

Boosheid en agressie zijn niet per se slechte emoties. Soms zijn ze gewoon nodig. Muziek die dit soort emoties opwekt, kan dus heel waardevol zijn. Sterker nog: muziek die emotie opwekt is doorgaans goede muziek. Felle, venijnige muziek geeft me juist energie. Natuurlijk moest ook ik aan Rage Against The Machine denken, maar aangezien die hun kunstje hebben afgekeken, zou ik dan uit principe voor Urban Dance Squad hebben gekozen. Rudeboy is heerlijk op dreef in ‘Demagogue’.

En toch kies ik andere ‘boze’ muziek. Het summum van boosheid is toch echt de gangsta-rap. En de absolute meesters in dat genre zijn Niggaz With Attitude. Het meest aanstekelijke (en bozige) nummer uit hun oeuvre is en blijft ‘Straight Outta Compton’. Het lijflied van N.W.A. is de ideale soundtrack voor vandaag. “Here’s a murder rap to keep y’all dancing. With a crime record like Charles Manson.”

Dag 10: beste akoestische nummer

Er is ontzettend veel prachtige akoestische muziek, maar het majestueuze hoogtepunt voor mij is toch echt ‘Hurt’ van Johnny Cash. Het wordt alom gezien als zijn zwanenzang, want hij overleed niet veel later.
Het is niet eens een eigen compositie, want Cash waagde zich in zijn nadagen onder begeleiding van producer Rick Rubin aan covers van hedendaagse rocksongs die soms best ver van hem af stonden.

Zo ook ‘Hurt’, een meeslepend nummer van industrial rockband Nine Inch Nails. Zanger en componist Trent Reznor was aanvankelijk huiverig dat de cover een gimmick zou worden, maar toen hij de versie van Cash hoorde stonden de tranen in zijn ogen. Hij prees de betekenisvolle interpretatie van Cash met de woorden: “That song isn’t mine anymore.”

Dag 9: Mama Appelsap

Mijn Mama Appelsap telt zes letters, maar wel zes letters die ik altijd hoor, of ik dat nu wil of niet: mijn eigen voornaam. Als puber was ik dol op ‘Love & Pride’ van King. Toen die hoog in de hitparade stond, draaide de radio hem dus tegen zessen. En telkens hoorde ik op 3:04 iemand mijn naam roepen. Mijn moeder die het eten net op tafel had gezet, dacht ik keer op keer. Maar nee, het was Paul King. Nog altijd hoor ik hem mijn naam roepen als ik dit nummer beluister. Terwijl ik al lang weet dat ik in een Mama Appelsap ben getrapt.

Dag 8: Muziek die niet meer uit je hoofd gaat

Millennials kennen dit nummer vast niet, maar het bijt zich vast in je hoofd als je het eenmaal hoort. Johnny Rotten wist als punk-icoon met The Sex Pistols al iedereen op de kast te jagen, maar dat deed hij op een compleet andere manier nog eens dunnetjes over met zijn ‘anti-rockband’ Public Image Ltd. Geen enorm succesvol project, uitgezonderd die ene single die je niet snel vergeet. Rotten klinkt schel en zeurderig, maar tegelijk is het ook gewoon een heerlijk nummer. Die ene zin zit voor de rest van de dag in je hoofd: “THIS IS NOT A LOVE SONG!”

Dag 7: zomermuziek

Een liedje dat aan de zomer doet denken hoeft geen typisch zomerliedje te zijn. Mijn zomerliedje is in ieder geval alles behalve een zomerliedje. In 2012 wist ik niet wat ik in der zomer wilde doen, dus schreef ik me redelijk impulsief in voor een zeilvakantie. Ik ben alles behalve een geoefende zeiler, maar een week op het water leek me gewoon de ideale manier om lekker uit te waaien.

Niemand kende elkaar, maar we werden een hechte groep door dat heerlijk dobberen in de Middellandse Zee. Niemand had ook echt veel muziek mee, dus draaiden we een paar zelf gebrande verzamel-cd’s helemaal grijs.

Ik herinner me de dag dat we vlakbij een eiland voor anker gingen en genoten van de zon en de zee. Machtig was het galmende geluid van de langste en mooiste track van die ene verzamelaar over het spiegelende water: ‘Shine on You Crazy Diamond’ van Pink Floyd. Vooral de uitgesponnen gitaarsolo van David Gilmour zit sindsdien in mijn geheugen gegrift, met stiekem ook altijd een uitgestrekte zee als decor.

Kortom: mijn ultieme zomermuziek is deze klassieker van Pink Floyd. “Remember when you were young, you shone like the sun. Shine on you crazy diamond.”

Dag 6: beste live-nummer

Welk nummer ik graag live had gezien? Bij die vraag denk ik aan memorabele concerten. Het ‘Judas-moment’ van Bob Dylan of ‘Star Spangled Banner’ verkracht door Jimi Hendrix op Woodstock. Woodstock? Nee, ik kies voor Live Aid in Wembley, 1985.

Een Ierse band die Europa al had veroverd, hoopte via de satellietverbinding ook Amerika voor zich te winnen. Zanger Bono wilde contact maken met het publiek, verliet het podium, verloor daardoor zoveel tijd dat de set met een nummer moest worden ingekort en dacht dat hij het optreden en de kans op eeuwige roem had verkloot.

Niets was minder waar. Iedereen die in 1985 Live Aid op televisie heeft gevolgd herinnert zich ‘Bad’ van U2. En de rest is geschiedenis.

Dag 5: beste dansnummer

O jee, dansen. Mij wil je niet zien dansen. Ik ben het levende bewijs van wat Frank Zappa in ‘Dancing Fool’ omschrijft als ‘social suicide’. Toch is er één nummer waar ik in mijn studententijd onbeschaamd op rond durfde te springen. Het nummer is ook lekker hoekig, dus kun je de componist de schuld geven. Al is dat natuurlijk heiligschennis, want David Bowie schreef mee aan ‘Lust for Life’.

Eenieder die Iggy Pop ooit live heeft gezien, weet hoe heerlijk je los kunt gaan op zijn muziek. Raggen, springen, headbangen, airguitaren, het kan allemaal. Toch is deze ene song zijn meest dansbare ooit. Vanwege de adembenemende drumpartij, vanwege de opzwepende melodie.

Dank je wel, Iggy. En excuses aan al die mensen in de Tilburgse rockbar Extase die ik vroeger al te gretig op hun tenen sprong. Het komt door de levenslust.

Dag 3/4: liefdesliedje + luchtgitaar

En wéér te laat voor een dag uit de soundtrack van mijn leven! Daarom doe ik het mooiste liefdesliedje (dag 3) gewoon lekker samen met mijn favoriete luchtgitaar-tune (dag 4). Er zijn vast bekendere liefdesliedjes te bedenken of stoerdere gitaar-riffs. Toch kies ik voor deze getormenteerde lovesong van Wilco.

Een man wil iemand zeggen dat hij degene is die van haar (hem?) houdt, maar de brief krijgt hij niet geschreven en zijn (hun?) leven is “a busy sea of spinning wheels and hands that feel for stones to throw”.

Ook zonder naar de tekst te luisteren word je doordrongen door de complexiteit van deze relatie, of van liefde in het algemeen, door de venijnige gitaar-riff die ongemakkelijk door het liedje heen snijdt. Hij piept, hij snerpt, hij doet pijn zoals alleen intense twijfel en liefdesverdriet dat kunnen doen. Totdat alles samenvalt en er uit de chaos een gevoel van ongebreidelde liefde doorbreekt. En toch weet je niet aan het eind van de song of de geliefden elkaar hebben gevonden.

Telkens als ik ‘I’m The Man Who Loves You’ beluister, ervaar ik weer die rare paradox van dit nummer: een liefdeslied met een genadeloze gitaar die je in de lucht wil naspelen. De paradox blijft vreemd, maar toch klopt de song helemaal. Liefde op het eerste gezicht.

Dag 2: ontdekking van het jaar

De grootste ontdekking voor mij is een band die gek genoeg al decennia bestaat, maar blijkbaar totaal onder mijn radar: The Mountain Goats. Deze indierockers uit North Carolina hebben dit jaar een nieuw album gemaakt waarop geen enkele gitaar voorkomt. De synthesizers geven het album een spannende dreiging. Voor wie ze niet kent, is de single ‘Rain in Soho’ een prachtige kennismaking.

Dag 1: beste album van het jaar

Mijn beste album bleef nog even een verrassing, want ik stroomde pas in na de eerste dag van #SOYL2. Eind december publiceerde ik dan toch mijn albumlijst van 2017, met bovenaan een strijd tussen Strand of Oaks en St. Vincent. ‘Hard Love’ won uiteindelijk van ‘Masseduction’.


December is sowieso de maand waarin ik een muzikale terugblik maak op het afgelopen jaar. Soundtrack of Your Life is tijdloos, terwijl mijn eigen muziekjaar inzoomt op de beste albums en artiesten van 2017. Die balans maak ik op in de dagen tussen kerst en oudjaar.

Jeroen Mirck, december 2017

Tags: , , ,

One Response to “The Soundtrack of My Life”

  1. Soundtrack of Your Life Says:

    […] Voor Soundtrack of Your Life beschreef ik ook mijn favoriete liefdesliedje, favoriete live-song, favoriete zomermuziek, dat ene nummer in je hoofd en nog veel meer. Doe je ook mee? […]

Leave a Reply