Politieke column: Buurtreferendum

Referendum ZWDeze week vieren we onze vrijheid. De sleutel tot die vrijheid is een goed functionerende democratie. In verkapte dictaturen als Rusland en China heb je als burger namelijk weinig te zeggen. Hier in Amsterdam is het goed geregeld, maar het kan altijd beter.

Eens in de vier jaar stemt u, maar wat nou als het lokale bestuur een besluit neemt waar de meeste bewoners het mee oneens zijn? Alle inspraak en participatie ten spijt, hoe kunt u toch nog op de democratische noodrem trappen?

De bestuurscommissie besprak afgelopen maand een voorstel uit de gemeenteraad van SP en GroenLinks om referenda mogelijk te maken op buurt-, wijk- en stadsdeelniveau. Als D66’er vind ik deze ideeën sympathiek, omdat ze de veelbesproken kloof tussen politiek en burger verkleinen.

Er werden wat kanttekeningen geplaatst, onder meer over de kosten van zo’n buurtreferendum. Bij één partij spatte de antipathie er van af: de PvdA. Wij hebben een partijprogramma en daar gaan we vier jaar lang mee aan de slag, zo klonk PvdA’er Maarten van Maurik. Tussentijdse referenda betekenden volgens hem dat scholen niet gebouwd zouden worden omdat elke straat toch wel tegen zou zijn. Van Maurik sprak smalend over een ‘Maurice de Hond-democratie’.

Wat een teleurstellende reactie van de PvdA. Democratie is namelijk veel meer dan eens per vier jaar naar de stembus gaan. Van Maurik haalde de kritiek op het Oekraïne-referendum aan, alsof dat reden is om álle referenda te wantrouwen. Welnee. Wie een onduidelijke vraag stelt in een referendum, krijgt een onduidelijk antwoord. Op buurtniveau kun je juist heel duidelijke vragen stellen.

Een vrije democratie is gebaat bij goede inspraak van burgers. Een buurtreferendum geeft de bewoner een luidere stem. Wie gelooft in de kracht van democratie moet niet bang zijn voor de stem van de burger.

Jeroen Mirck doet als D66-bestuurscommissielid in columns verslag van zijn ervaring in de lokale politiek van Amsterdam.

Tags: , , , , , , , , , , ,

Leave a Reply