De mediawerkelijkheid van Job Cohen

Het is weer zover: de media ‘heeft’ het gedaan. Of beter gezegd, de mediawerkelijkheid. Met dat woord duidde Job Cohen namelijk in zijn afscheidsspeech het publicitaire falen dat hem als politiek leider van de PvdA fataal is geworden. Iedereen snapt meteen wat hij bedoelt, maar toch klopt er iets niet.

Wat zei Job precies bij zijn afscheid? “Ik moet helaas vaststellen dat ik er onvoldoende in ben geslaagd om in de politieke en mediawerkelijkheid van ‘Den Haag’ de weg naar een fatsoenlijke samenleving geloofwaardig over het voetlicht te brengen.” Afgezien van dat vre-se-lij-ke woord ‘fatsoenlijk’ (waar ook in DWDD over werd geruzied) valt vooral op dat Job in feite zijn gehaaide politieke tegenstanders de schuld geeft, en daar bovenop de media. Natuurlijk, hij verwijt het in de eerste plaats zichzelf. Toch blijft dat woord ‘mediawerkelijkheid’ knagen.

Bestaat er eigenlijk wel een mediawerkelijkheid? In feite komt het er simpelweg op neer dat je altijd een oneliner paraat hebt en beducht bent op aanvallen van je tegenstanders. Job Cohen is een ervaren bestuurder. Niet alleen was hij jarenlang burgemeester van de grootste en lastigste stad van het land, maar bovendien was hij tot tweemaal toe staatssecretaris, oftewel: hoofdrolspeler in de Haagse kaasstolp. Zo iemand weet toch hoe politiek en media werken, zou je denken.

Natuurlijk, de ‘mediawerkelijkheid’ is veranderd. Als politicus staan er veel meer camera’s voor je neus dan vroeger, inclusief pretjournalisten als Rutger Castricum en Jakhals Erik. Op Twitter heet je ‘de hakkelaar’ en De Telegraaf schrijft alleen maar onaardig over je, aangevuld door honderden boze Henken en Ingrids in de reactiepanelen. Sorry Cohen, it comes with the job.

Mediawerkelijkheid, eigenlijk is het onzin. PR is een kunstje dat een invloedrijk politicus gewoon moet beheersen. De PvdA had zelf alle troeven in handen. “Job Cohen is een sterk merk”, betoogde ex-spindoctor Jack de Vries (van het CDA, dat wel) afgelopen week in Adformatie. “Hij is degelijk en integer. Alleen wordt hij, door de opkomst van de SP in de peilingen, in een rol gedwongen die niet de zijne is. Hij moet tegen alles van het kabinet ‘nee’ gaan zeggen.” Waar het volgens De Vries wringt: “Gezicht én verhaal én beeld moeten kloppen.”

Aan het beeld van ‘hakkelaar Job’ kun je best schaven. De kurk waar alles op drijft is echter het verhaal dat je te vertellen hebt. Bij zijn afscheid zei Cohen ook dat hij ‘onvoldoende effectief’ kon bijdragen aan het ‘mensen perspectief bieden’. Abstract gelul, totaal onbegrijpelijk. Of zoals een sociaal-democraat ooit zei: in gelul kun je niet wonen.

Datzelfde gelul hoor je nu bij de eerste kandidaat om Cohen op te volgen, Martijn van Dam: “Ik wil graag een debat over het verhaal dat de PvdA te vertellen heeft en een verhaal dat aansluit bij de veranderingen die de afgelopen decennia in de samenleving hebben plaatsgevonden.” Een debat over het verhaal, oftewel: er ís geen verhaal. Daar schort het aan bij de PvdA, niet aan de mediawerkelijkheid.

Dit is mijn eerste bijdrage als columnist van Adformatie.nl, waar ik van 2004 tot 2008 in vaste dienst voor heb gewerkt.

Tags: , , , ,

5 Responses to “De mediawerkelijkheid van Job Cohen”

  1. Kor Says:

    Cohen had het natuurlijk niet alleen over de media-werkelijkheid, maar ook over de parlementaire realiteit. Hij kon o.a. niet omgaan met de geblondeerde flap-uit, de man die met het grootste gemak “Doe ‘s effe normaal man” uitspuugt. Het was wellicht beter geweest om de humorloze keutels van Blondie met humor te bepoederen of beter: onder te sneeuwen. Neemt niet weg dat ook dan Cohen met verhalen was gekomen, die geen stevig fundament in de sociaal-democratie (meer) hebben. Ergens, toen veel van die PvdA’ers nog op allerlei pluche zaten, zijn zij zowel het zicht op de werkelijkheid als het contact met Jan Modaal kwijt geraakt.
    Daardoor ontbeert nu een fundamenteel antwoord op de vele problemen van deze samenleving: armoede, extreme verschillen tussen arm en rijk, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ga zo maar door. DAT is de werkelijkheid, waar de media maar een beperkt onderdeel van uitmaken.

  2. Robert Says:

    Dat Cohen zou bedoelen dat de media ‘het’ gedaan heeft, is meer jouw gevoel.

    Naar mijn idee wilde Cohen zeggen dat de huidige politieke en mediawerkelijkheid bepaald wordt door oneliners, en dat hij in die cultuur niet past. Hij gaf aan dat dit “falen” (mede) aan zijn aard lag.

    Ik interpreteerde het meer als een vaststelling, niet als een aanklacht.

  3. Jeroen Mirck Says:

    @Robert: Ik ben ervan overtuigd dat Cohen de schuld bij zichzelf zoekt, maar zo’n politiek beladen speech wordt natuurlijk eindeloos doorgesproken met spindoctors. Die zoeken bij voorkeur een externe verklaring om de eigen partij niet tezeer te laten lijden. Zij hebben ongetwijfeld het woord ‘mediawerkelijkheid’ bedacht en in de speech verwerkt, als een soort excuus.

    Vandaag analyseert ook Bas Heijne in NRC trouwens het ontbreken van een verhaal bij de PvdA. Even een passage citeren:

    “Ik weet het, in iedere partij zijn flinke verschillen van inzicht – maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Frans Timmermans er een totaal ander wereldbeeld op na houdt dan Hans Spekman – en dat Martijn van Dam er helemaal geen wereldbeeld op na houdt. En Jeroen Dijsselbloem iedere paar jaar een ander wereldbeeld. Of men elkaar mag? Ik heb de indruk van niet. (…)

    Burgerschap, die panacee van academisch links voor een versplinterde samenleving, kan geen inhoud krijgen zonder moraal en identiteit, twee begrippen waarvoor juist links de afgelopen decennia een akelig soort smetvrees heeft ontwikkeld. Wanneer men blijft weigeren daar inhoud aan te geven, blijft ieder links verhaal gemakzuchtig wensengagement of academische luchtfietserij.”

    Luister ook hoe er vandaag op de inderhaast ingelaste ledenraad over de lekkende Kamerleden wordt gepraat: “klote” (Dijsselbloem), “iedereen is hartstikke kwaad” (Cohen) en “een aantal mensen in de fractie heeft iets gedaan dat niet mag en ook niet in de PvdA thuishoort” (Spekman). Dat worden nog gezellige fractievergaderingen de komende tijd.

  4. Bram Alkema Says:

    Was Job zo slecht of de PvdA? Was “het verhaal: van het PvdA zo slecht of “het verhaal” van de SP zo goed? Was de spindokter zo slecht of was de journalistieke scepsis te goed? Was de oppositie zo slecht of kabinet zo goed? Was de elfstedentocht zo belangrijk of was Job zo onbelangrijk? Hebben dalende opiniepeilingen niet een sneeuwbal effect? Is de daling een trend of cyclisch? Hoe groot is zijn vertrek van invloed op de peiling? Hoe groot is de komst van zijn opvolger op de peiling? Ik heb zoveel vragen.
    Ik verwacht van Job dat hij een vakkundige meervoudige lineare regressie loslaat op het zakken van de PvdA in opiniepeilingen. Zodat we met enige betrouwbaarheid wat kunnen zeggen over zijn claim. Dat het bijvoorbeeld voor 5,6% zijn schuld is en voor 3,6% de schuld van zijn PR. En dat het bijvoorbeeld goedkoper is om af te treden dan een nieuw PR offensief te betalen. Daar kan ik wat mee.
    Je moet er toch niet aan denken dat we in dit land in 2012 nog steeds bestuurders rondlopen die slachtoffer verhaalstructuren verkiezen boven de wetenschappelijk verantwoorde afbreuk-analyses. Bestuurders met een verplichte graad in een exact vak (zeg een moleculair microbioloog of een atoomfysicus) zouden het narratieve wellesnietes giswerk van journalisten wat kunnen verlichten.

  5. Robert Says:

    Jeroen, als de spindoctors de schuld bewust extern wilden neerleggen, dan hebben ze dat niet gedeeld met de fractie en Spekman. Zie je eigen quotes uit de ledenraad. Ik hoorde vooral mensen zeggen dat de totale fractie het niet goed heeft gedaan.

    Ik vond het in ieder geval goed om te horen dat Nebahat Albayrak zich ook in de strijd werpt. De nuchterheid van Rotterdam-Zuid, gecombineerd met een ondeugend sprankje in de ogen. Haar afkomst zal wellicht olie op het vuur zijn, maar ze is niet bang voor Wilders.

Leave a Reply