De tijden van een met vulpen geschreven sollicitatiebrief liggen ver achter ons. Tweederde van de Nederlanders solliciteert het liefst via internet, slechts 5% geeft de voorkeur aan de aloude brief. Ook bij recruiters leeft die gedachte, want e-mail is stukken sneller en makkelijker af te handelen dan een geposte brief. Inmiddels is het zoeken naar een baan nog veel verder gedigitaliseerd: behalve dat vacaturesites de strijd met de aloude krant inmiddels ruimschoots hebben gewonnen, spelen ook sociale netwerken een steeds grotere rol bij het vinden en aanbieden van banen.

Als voorbeeld van deze laatste trend noemde ik vanmorgen in De Ochtend op Radio Noord-Holland de 27-jarige Annemarie Appelman. Moe van een lange reeks afwijzingen startte ze “een complete personal branding-campagne met als munitie een website, een fanpagina op Facebook, Twitter en LinkedIn”, zo meldt Intermediair. Zelf ben ik haar indertijd ook gaan volgen. Appelman voerde alle bedrijven die haar afwezen op als ‘de sponsors van haar doorzettingsvermogen’. Uiteindelijk vond ze binnen twee maanden een baan bij het nieuwe duurzaamheidsplatform Nudge.

Maar ook voor recruiters, HR-managers en afdelingen P&O zijn sociale media onontbeerlijk geworden om een zo breed mogelijke doelgroep aan te spreken. Hun gereedschapskist voor vacatures is dankzij de ontwikkelingen op internet een stuk voller geraakt. Een overzicht:

1. Allereerst ontkom je er als bedrijf niet aan om de eigen bedrijfssite in te zetten voor werving. Zorg dan alleen wel dat die webstek meer is dan een digitale bedrijfsfolder. Koppeling aan externe social media is daarbij een must, zeker als je high potentials zoekt. Bij mijn eigen werkgever Deloitte zijn ze daar heel actief mee bezig, getuige de banensite WerkenBijDeloitte.nl.
2. Daarna volgen uiteraard de banensites, zoals Monsterboard, Intermediair, Nationale Vacaturebank en NUwerk.nl.
3. Vergeet ook het eigen intranet niet: bij veel bedrijven kan er überhaupt pas extern geworven worden nadat het eigen personeel van nieuwe vacatures op de hoogte is gesteld. Ook intern hebben prikborden en personeelsbladen wat dat betreft de slag al lang verloren van het web.
4. Qua interne communicatie zijn er ook social media die daarin voorzien. De bekendste bedrijfsdienst is Yammer. Let wel op dat dergelijke netwerken lang niet door alle medewerkers worden gebruikt.
5. Extern kan linken op Twitter veel succes opleveren. Daarbij zijn vooral ‘retweets’ belangrijk: als anderen jouw vacature-bericht overnemen bereikt het ook hun netwerk. Binnen grote organisaties kun je op dat vlak snel succes boeken als je actief twitterende collega’s activeert om jouw melding te retweeten. Uit solidariteit doen ze dat meestal wel. Zo wordt een sneeuwbal aan het rollen gebracht.
6. LinkedIn, het meest ‘zakelijke’ sociale netwerk, leent zich er bij uitstek voor om actief ingezet te worden. Stuur je netwerk de vacatures die je hebt openstaan, zodat zij weer hun netwerk kunnen aanspreken. Dat kan via de LinkedIn-mail. Doorgaans wordt dat niet als spam ervaren, zolang je maar gericht mensen benadert.
7. Ook belangrijk op LinkedIn: de thematische groepen. Op die manier bereik je mensen met een specifieke interesse. De groepen hebben ook allemaal een banenpagina. Pas wel op: LinkedIn biedt de mogelijkheid om tegen betaling (vanaf 195 dollar) een officiële vacature te plaatsen, maar in de genoemde groepen kan dat ook gratis.
8. Het wat persoonlijkere Hyves leent zich eveneens voor wervingsdoeleinden. Vaak wordt gezegd dat je er vooral lagere (mbo-)functies kunt werven (zoals secretaresses), maar de populatie op Hyves is divers genoeg om ook breder te mikken. Dat is dat wel een kwestie van adverteren. Niet duur: tegen een relatief lage vergoeding wordt een werftekst getoond aan de vrienden van je vrienden. Voor een hoger bedrag bereikt je ook je derdegraads vrienden.
9. Voor Facebook geldt een beetje hetzelfde als Twitter: op een link naar een interessante vacature gaan mensen elkaar attenderen, via de ‘I like this’-button of via het delen ervan. Facebook trekt een doorgaans wat hoger opgeleid en internationaler georiënteerd publiek dan Hyves. Ook op Facebook is adverteren een optie.
10. Tot slot: meld de vacatures op bedrijfspagina’s op Facebook, LinkedIn en Hyves. Ook handig: zet de oproep in je status update. Een beetje spammerig is dat wel, maar als je het niet te vaak doet, ziet je netwerk het vast wel door de vingers.

Concluderend: social media bieden tal van mogelijkheden om als recruiter gratis of tegen geringe kosten grote groepen mensen te bereiken. Keerzijde is wel dat andere bedrijven dat ook doen. Zolang je echter zorgt dat je altijd net even een stapje harder loopt en de ontwikkelingen net even wat beter volgt, heb je daarbij een relatieve voorsprong. Het is de meest directe manier voor een eerste contact tussen werkgever en werkzoekende.

Elke maandag praat Jeroen Mirck op Radio Noord-Holland over internet. Vandaag is het dierendag, dus een goede gelegenheid om ook aandacht te besteden aan een curieuze commercial op YouTube met een agressieve panda. Tot volgende week!

Tags: #rtvnh, Annemarie Appelman, banen, Facebook, Hyves, Intermediair, LinkedIn, recruitment, solliciteren, Twitter, vacature, werving

This entry was posted on Monday, October 4th, 2010 at 14:48 and is filed under Personal Branding, Radio, Social Media. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. You can leave a response, or trackback from your own site.