Minder partijen a.u.b.

Negentien politieke partijen doen op 9 juni een gooi naar zetels in het Nederlandse parlement. Dat zijn er vijf minder dan drie jaar geleden. Gelukkig maar, want de versnippering maakt van onze parlementaire democratie een zootje.

Vooropgesteld: het is prachtig dat we in een vrij land leven waar iedereen zijn eigen politieke partij kan oprichten. Kom daar maar eens om in China of Rusland. Maar goed, in Nederland is dat een gegeven, dus hoeven we dat niet elke vier jaar opzichtig te bewijzen. Leuk dus dat er oorspronkelijk 61 partijen zijn aangemeld in de aanloop naar de verkiezingen (dat waren er drie jaar geleden trouwens 74), maar het zou volslagen zinloos zijn als die allemaal straks op het stembiljet komen te staan.

Dankzij natuurlijke selectie (zijn er wel voldoende sympathisanten en kandidaten te mobiliseren?) doen er straks dus maar 19 partijen mee aan de Kamerverkiezingen. Elf van die negentien partijen hebben momenteel zitting in het parlement. Als je alle partijen naar de eigen kansen vraagt, worden dat er veel meer. Zo verwacht Partij Eén ‘in ieder geval’ vijf zetels te halen en spiegelt de Piratenpartij zich aan de Duitse verkiezingsuitslag, die omgerekend vier zetels waard is. Rita Verdonk, in de peilingen gedaald van haar ene eigen zetel naar nul, denkt dat haar partij Trots op Nederland zeker tien zetels kan halen. Daarmee zou het nu de vijfde partij van het land zijn.

Mooie prognoses, maar weinig realistisch. De taart wordt na 9 juni immers niet opgedeeld in meer dan de huidige 150 taartpunten die Kamerzetels heten. In de eerste plaats laat de door erkende opiniepeilers voorspelde winst van PVV, VVD en D66 weinig ruimte voor nog meer stijgers, zeker nu de PvdA zijn voorspelde megaverlies dankzij de nieuwe lijsttrekker Job Cohen heeft weten af te wenden. Ten tweede ontberen de nieuwkomers naamsbekendheid en campagnegeld. We kennen ze niet of nauwelijks en dat gaat normaal gesproken zo blijven. Tenzij de media er massaal opduiken, zoals dat tijdens de gemeenteraadsverkiezingen gebeurde met Red Amsterdam. Ondanks dat zelfs een goedbekeken tv-programma als De Wereld Draait Door meermalen aandacht besteedde aan de partij, haalden Nelly Frijda en consorten slechts één zetel in de hoofdstad. En dan moeten we er nog bijzeggen dat de PVV niet meedeed.

Kortom: er komen geen zetels voor de Evangelische Partij Nederland, de Piratenpartij, Lijst Feijen, Partij Eén, Heel NL, Partij voor Mens en Spirit (MenS), Nieuw Nederland en de Partij voor de Mens en Alle Overige Aardbewoners. Ook Rita Verdonk staat momenteel virtueel op nul zetels, terwijl die andere kleine nieuwkomer van drie jaar geleden, de Partij voor de Dieren, wellicht nog gaat inleveren dankzij intern geruzie over het leiderschap van Marianne Thieme.

Goed, dan zouden we dus negen partijen overhouden. Zelfs dan, dus zonder nog meer splinterfracties, wordt het lastig om een stabiele coalitie te smeden. De groeiende roep om hogere kiesdrempels en minder partijen klinkt dan ook al enkele maanden. Het zou de boel inderdaad stukken simpeler maken als we onze parlementaire democratie terugbrengen tot enkele hoofdstromingen. Laten we allereerst de partijen samenvoegen die toch al een lijstverbinding zijn aangegaan: SGP en ChristenUnie worden het Klein-Christelijk Blok, zo mogelijk nog verder te fuseren met het CDA. PvdA en GroenLinks hebben ook een lijstverbinding, dus dat wordt GrootLinks, zo mogelijk ook nog samen met de SP. En als die niet willen, stop je D66 erbij, voor de Brede Progressieve Partij.

Ook aan de rechterzijde zijn we snel klaar: VVD en PVV worden GrootRechts, wellicht met ook nog Verdonk in de gelederen. PVVD zou ook een mogelijke naam zijn. Is Wilders meteen verlost van alle onheil en andere monsters die op hem afkomen als hij zijn partijnaam googelt. Mocht D66 zichzelf ineens meer liberaal dan sociaal vinden (wat ze volgens de verstokte SP’ers op Joop.nl al lang zijn), dan kan Pechtold overwegen om in te stromen in wat we dan de Brede Liberale Vleugel zullen gaan noemen. Laat ik met enig understatement zeggen dat dat niet erg waarschijnlijk is met de aanwezigheid van Wilders, maar vooruit: ik ben aan het brainstormen.

Waar lijkt dit op? In zijn meest extreme vorm doet het denken aan het driepartijenstelsel in Groot-Brittannië, met dien verstande dat liberaal en conservatief op een wat curieuze manier samensmelten en wij calvinisten dus blijkbaar wel weer een aparte christelijke hoofdstroming hebben.

Natuurlijk is dit idee volstrekt onhaalbaar. Politiek is een spel van ego’s, en ego’s maken zich niet graag ondergeschikt aan andere ego’s. Bovendien wordt ons politieke debat er gelijk een stuk saaier van. Het is immers heel vermakelijk om te zien hoe partijen die op papier niet bijster veel van elkaar verschillen, elkaar in verkiezingstijd ineens als de grote vijand betitelen. Denk aan SP versus PvdA (Emile Roemer plaatst serieuze vraagtekens bij de linkse beloftes van tegenstrever Cohen), of GroenLinks versus D66 (Brechtje Paardekooper kan op Joop.nl zo heerlijk lopen overdrijven). En toen de PVV nog heel groot dreigde te worden, had VVD-leider Mark Rutte geen goed woord over voor zijn oud-collega Wilders.

Nog even geen driepartijenstelsel dus, dat snap ik. Maar laten we ons opmaken voor een aantal partijfusies. De kleinchristelijke celfusie is een kwestie van tijd, die vind ik te makkelijk. Ik zet mijn geld op een spoedige samensmelting van PvdA en GroenLinks. Uiteraard nadat Femke Halsema de partij van Marianne Thieme heeft ingelijfd. Wordt het toch nog wat overzichtelijker op het Binnenhof.

Dit opiniestuk verscheen ook op Joop.nl.

Tags: , , , , , , , , , , ,

One Response to “Minder partijen a.u.b.”

  1. Renesmurf Says:

    Er onstaan juist nieuwe partijen uit onvrede.
    Groen Links bestaat omdat de PVDA te rechts is, en de SP bestaat om er mensen zijn die Groen Links niet zien zitten.
    En op de rechtervleugel is het net zo.

Leave a Reply