De wereld gaat aan Grunberg ten onder

Arnon Grunberg. Een week is hij nu columnist op de voorpagina van de Volkskrant. Een cultuurpessimist voorop wat sommigen de ‘Azijnbode’ noemen, is dat geen ideale combinatie? Njet.

Laat ik eerlijk zijn: ik stond te juichen toen ik hoorde dat de Volkskrant als nieuwe columnist Grunberg had weten te strikken. Het voelde als een voetbaltransfer: Kenneth Perez terug van PSV naar Ajax. Dan zeg je als supporter: het is een lastige voetballer maar wel ónze lastige voetballer. Inmiddels speelt Perez alweer bij FC Twente en wordt hij daar kampioen, maar dat terzijde.

De Volkskrant heeft een goede hand in transfers van columnisten: de ochtendkrant haalde ooit Martin Bril van Het Parool, Ronald Plasterk van Intermediair en onlangs Aaf Brandt Corstius van NRC.next. Om nog maar te zwijgen van de visuele columns: Sigmund en Gummbah. Allemaal schoten in de roos. Alhoewel, het unieke talent van Gummbah ging na verloop van tijd schuren, resulterend in bootladingen boze lezersbrieven. Al klaag je natuurlijk alleen over wat je stiekem toch vooral belangrijk vindt.

Laat ik mijn vrees uitspreken: Grunberg is de nieuwe Gummbah. De Volkskrant mag dan een zure krant worden genoemd (vandaar die bijnaam ‘Azijnbode’), het moet wel een klein beetje leuk blijven. En dan ben je bij Grunberg aan het verkeerde adres.

Vooropgesteld: Grunberg is een Groot Schrijver. Na de vergeefse pogingen van Mulisch (en trouwens ook zuiderbuur Claus) gaat hij toch echt de eerste Nederlandse schrijver worden die de Nobelprijs voor de literatuur wint. Een uniek, eigenzinnig oeuvre dat zich prima leent voor vertaling, verfilming of toneelversie, wie kan daar om heen? Ook de Volkskrant niet.

“Vanaf heden kunt u op deze plaats voetnoten bij de menselijke komedie aantrekken”, zo introduceerde Grunberg zichzelf op maandag 29 maart 2010. “De voetnoot maakt deel uit van de komedie, maar staat, zoals een voetnoot betaamt, boven de partijen.”

Verwacht geen luchtige voetnoten, want twee dagen later schrijft Grunberg: “Te gemakkelijk wordt aangenomen dat iedereen naar geluk streeft.” Om weer twee dagen later een somber verhaal over zijn oude moeder te schrijven. Dit weekend moest zelfs de edele voetbalsport het ontzien: “Zoals de cultuurpessimist naar de samenleving kijkt, zo kijk ik naar sport: alleen de misstanden interesseren me.” Grunberg vindt het helemaal niet erg dat PSV-voetballer Ibrahim Afellay de sportpers negeert, zolang hij maar kan genieten van dienst heerlijke elleboogstoten.

“Wat een dwaze gedachte dat voetballers, schrijvers en politici iets over hun werk te melden zouden hebben. Een beetje voetballer zou moeten fluisteren: ‘Kijk naar mijn benen, ik heb niets te zeggen.’ De wereld gaat aan commentaar ten onder.”

Kritiek op commentaar in een commentaar, het klinkt wat paradoxaal. Toch zijn het juist die paradoxen die een cynicus als Arnon Grunberg aanspreken. Zo nam hij, als opiniemaker, in zijn allereerste Volkskrant-voetnoot het fenomeen ‘opiniemaker’ op de korrel.

“We hebben leren leven met het woord ‘opiniemaker’ zoals mensen in oorlogsgebieden leven met het casino van de bomaanslag. De meeste opinies zijn snel weer vergeten. Voor hardnekkige opinies is een opinievernietiger wenselijk. […] De gemeenplaats wil dat de mening van de tegenstander vernietigd moet worden. Dit heet debat. Waarom niet beginnen met jezelf? Ik verdedig de opinie van mijn vijand. Dat is hoogwaardige assimilatie.”

Het klinkt grappig, maar toch vooral ook bitter en zwartgallig. Ik vraag me af of de gemiddelde Volkskrant-lezer dat trekt. Doorgaans stuurt die lezer boze brieven als de nieuwsredactie weer eens een te lugubere oorlogsfoto heeft geplaatst als opening. “Ook mijn kleine kinderen lezen deze krant. Nog zo’n foto en ik zeg mijn abonnement op.”

Grunberg heeft schijt aan boze lezers. Hij staat ‘boven de partijen’, dus kan hij doen wat hij wil. Die positie maakt kritiek leveren ook vele malen eenvoudiger. Wie doet alsof hij geen opiniemaker is, kan het fenomeen ‘opiniemaker’ aanvallen. Wie doet alsof hij geen commentator is, kan het fenomeen ‘commentator’ attaqueren. Dat blijft vast een tijdje leuk, maar gaat toch echt na verloop van tijd wringen. Net zoals Gummbah ging wringen.

Ik waarschuw dus maar vast: de wereld gaat aan Grunberg ten onder. Met of zonder Nobelprijs, met of zonder column op de voorpagina van de Volkskrant.

Dit opiniestuk verscheen vandaag ook op Joop.nl.

Tags: , , , , , , , , , , , , , ,

6 Responses to “De wereld gaat aan Grunberg ten onder”

  1. Michael Minneboo Says:

    Ik stond niet te juichen toen ik hoorde dat Grunberg wederom een podium kreeg aangeboden om zijn teksten te plaatsen. (Ook al lees ik op dit moment De Volkskrant even niet.) Ik vroeg me dan ook af of het Ego van Grunberg wel zo passen op het tabloidformat waarin De Volkskrant nu verschijnt.

    Grunberg weet het immers allemaal zo goed en wordt op handen gedragen door allerlei Grunberg adepten. Ze doen maar.

    Dat gezegd hebbende wilde ik wel een paar van die stukjes van Kreunberg checken. Helaas is De Volkskrant site niet bij de tijd: Kreunberg staat er nog niet tussen. Toch lijkt hij me prima te passen in de krant die azijnbode genoemd wordt, hij schrijft zoals je zelf zegt immers toch vooral ook bitter en zwartgallige stukjes.

  2. Jeroen Mirck Says:

    Klopt, Michael. De columns van Grunberg staan niet online. Vandaar dat ik er rijkelijk uit heb geciteerd, ter compensatie, onderbouwing en archivering. Op Joop.nl is dit stuk trouwens in pakweg anderhalve dag bijna 2.000 keer gelezen en kwamen er al zo’n 60 reacties op binnen. Sommige passages van mijn opiniestuk waren blijkbaar niet helemaal duidelijk, dus plaats ik de reactie die ik net op Joop.nl publiceerde ook maar even hier. De hele discussie kun je daar lezen.

    Arnon Grunberg houdt de gemoederen flink bezig; dat is zeker ook de functie van een columnist. Net zoals een opiniestuk bedoeld is om veel reacties los te maken. Ook ik ben daar, ondanks dat ik volgens een lezer ‘geen leuke columns schrijf’, blijkbaar in geslaagd. Dank voor alle reacties. Op een tweetal reageer ik even inhoudelijk.

    Piet de Geus schrijft: “Grunberg boeit mij maar zelden, maar om hem zoals Jeroen Mirck doet te bespreken zonder ook maar een moment de indruk te wekken bekend te zijn met iets als ironie gaat werkelijk te ver.”

    Met de ironie in het werk van Grunberg ben ik prima bekend, Piet. Aangezien jij zijn werk ook goed meent te kennen, weet je waarschijnlijk net als ik dat Grunberg in het beste geval tragikomisch is, maar doorgaans cynisch/zwartgallig. ‘Figuranten’ (1997) is duidelijk het eerste, ‘De asielzoeker’ (2003) heel nadrukkelijk het laatste. Daar heb ik niks tegen. Sterker nog: ik schreef zelfs dat ‘ik stond te juichen’ vanwege zijn aanstelling als Volkskrant-columnist. Mijn opiniestuk gaat erover dat ik hem niet bij het gemiddelde Volkskrant-publiek vindt passen, wat het dus tot een slechte match maakt. Dat doet niets af aan de kwaliteiten die Grunberg onmiskenbaar heeft. Kwaliteiten die zich beter lenen voor andere doelen, vind ik.

    Rector Reflector schrijft: “Mirck moet zich schamen, om Grunbergs bijdragen aan de Volkskrant ter discussie te stellen. In de eerste plaats vanwege het volgende citaat: ‘het moet wel een klein beetje leuk blijven’.”

    Creatief citeren is ook een kunst. Ik had het niet over wat ik leuk vind, maar wat de Volkskrant-lezer doorgaans leuk vindt. “De Volkskrant mag dan een zure krant worden genoemd (vandaar die bijnaam ‘Azijnbode’), het moet wel een klein beetje leuk blijven. [Grunbergs werk] klinkt grappig, maar toch vooral ook bitter en zwartgallig. Ik vraag me af of de gemiddelde Volkskrant-lezer dat trekt. Doorgaans stuurt die lezer boze brieven als de nieuwsredactie weer eens een te lugubere oorlogsfoto heeft geplaatst als opening. ‘Ook mijn kleine kinderen lezen deze krant. Nog zo’n foto en ik zeg mijn abonnement op’.” Kortom: de Volkskrant-lezer houdt van kritisch, maar het moet wel een klein beetje leuk blijven. Ik heb dus niet ‘het patent op leuk’, zoals meneer Rector beweert. Ik deduceert gewoon wat vele jaargangen Volkskrant mij via de brievenrubriek over de lezer van die krant hebben geleerd. Of meneer Rector dat nou leuk vindt, of niet.

  3. Stripdagen Haarlem 2010 Says:

    […] Komend weekend wordt er weer gestript: dan vindt voor de tiende keer het grootste stripfestival van Nederland plaats, de Stripdagen Haarlem. Geen boekenbeurs, maar een evenement van internationale allure dat de hele binnenstad van Haarlem overwoekert. Wereldberoemde stripmakers als Charles Burns, Hanco Kolk en Chris Ware zijn aanwezig, terwijl schrijver Arnon Grunberg een lezing houdt over de graphic novel. Ook ik sta op het programma vermeld, vanwege een serie podiuminterviews, onder meer met Burns en de winnaar van de VPRO Grand Prix. […]

  4. Grunberg op de iPhone Says:

    […] Het is weer Grunberg-mania in literair Nederland. De eigengereide schrijver, sinds dit jaar Volkskrant-columnist, weet vanaf morgen zijn roman Tirza verfilmd in de Nederlandse bioscopen. Alsof dat al niet genoeg is komt op 28 oktober alweer een nieuwe roman uit: Huid en haar. De publiciteitsmachine draait dus op volle toeren, waarbij ook de digitale veranderingen van het boekenvak niet worden vergeten: Arnon Grunberg heeft zowaar een app voor de iPhone. […]

  5. Grunberg als stripheld Says:

    […] Sommige mensen vinden Arnon Grunberg al een stripfiguur, maar nu is hij het ook echt. Van zijn reis in maart 2010 per auto en trein van Istanbul naar Bagdad maakte stripmaker Hanco Kolk een roadmovie in stripvorm, getiteld ‘Van Istanbul naar Bagdad’, die zaterdag 6 november wordt gepresenteerd op de Kunststripbeurs in de Utrechtse Janskerk. […]

  6. Arnon Grunberg: 'Striplezers zijn lui' Says:

    […] ‘Een romanschrijver had zich misschien genoodzaakt gevoeld die kamer te beschrijven. Dat nu is tijdwinst’, constateert Arnon Grunberg. Heel vleiend bedoelt hij dat niet, want direct daarna volgt de steek onder water dat hij zich niet schaart achter ‘het cliché dat een afbeelding duizend woorden waard zou zijn’. Vervolgens komt de knock-out: Grunberg leest liever romans, ‘want ik heb graag wat te doen.’ Die tijdwinst kan hem dus blijkbaar gestolen worden. Bedoelt hij daarmee dat striplezers lui zijn? Eigenlijk wel. Ze vinden een roman te dik, dus lezen ze liever strips. […]

Leave a Reply