‘Rampokan is mijn ticket naar Indonesië’

Rampokan is het sleutelwerk uit het oeuvre van stripmaker Peter van Dongen, waar hij in totaal veertien jaar aan werkte. Zes jaar na het eerste deel verscheen in 2004 eindelijk het sluitstuk van dit tweeluik. Gedurende zijn werk aan dit imposante Indië-monument had ik veelvuldig contact met Van Dongen. Zo interviewde ik hem in 1998 uitvoerig voor Stripschrift. Aangezien ik deze zomer zelf een reis maak naar Indonesië, ontruk ik dit vraaggesprek aan de vergetelheid. Een beeldroman om nooit te vergeten over een stukje Nederlands verleden om nooit te vergeten.

De politionele acties in Indonesië zijn een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis. Je zou het zelfs ons eigen Vietnam kunnen noemen, al doen oud-Indiëgangers ons anders geloven. Stripmaker Peter van Dongen (zoon van een Indische moeder) wilde Nederland een afgewogener beeld van onze Indo-historie geven en besloot Rampokan te gaan maken.

Direct na zijn bekroonde debuutalbum Muizentheater (1990) begon Van Dongen vol enthousiasme aan dit nieuwe project.  Drie jaar documenteerde hij zich grondig en ploeterde op een solide scenario. In 1995 was Indonesië een van de speerpunten tijdens de grootschalige herdenking van vijftig jaar bevrijding. Rampokan stond toen nog maar voor een klein deel op papier.

“Ik had het gevoel dat ik wel kon stoppen”, verzuchtte een teleurgestelde Van Dongen begin 1996 in ons eerste interview. “Het komt allemaal door mijn getreuzel!”

Twee jaar later sprak ik Van Dongen tijdens de boekpresentatie, waar hij weer blaakte van zelfvertrouwen. Reclamewerk afstoten en zich helemaal op zijn graphic novel storten, dat bleek de oplossing. Bij nader inzien beschouwt hij het als een zegen dat hij het herdenkingsjaar ruim miste. “Die flanst ook even een boekje in elkaar, denken ze anders. Dit thema blijft leven. Daarom heb je zo’n herdenkingsjaar ook niet nodig. Zo’n boek staat op zichzelf.” Hij kreeg gelijk, want het boek was een succes.

“Ik heb mezelf altijd voorgehouden dat het niet te opzichtig en te kitscherig mocht worden”, aldus Van Dongen, die het zichzelf niet makkelijk maakte. “Als je aan Indonesië denkt, zie je altijd groene sawa’s en wuivende palmen voor je. Ik probeer de clichés zo veel mogelijk te vermijden, maar soms ontkom je er niet aan. Zo heb ik op de cover een batik-motief gebruikt, maar die cover dient natuurlijk mede als advertentie en moet duidelijk maken waar het verhaal zich afspeelt. Een sawa-landschap of wajangpop vind ik dan weer te plat en te makkelijk.”

Na het positief ontvangen eerste deel (Java) is deel twee Celebes een waardig sluitstuk. Niks geen moralisme, maar een uiterst goed gedocumenteerd verhaal, dat vooral ook spannend is. De loop van de geschiedenis wordt naadloos ingepast in de hoofdverhaallijn: de zoektocht van hoofdpersoon Johan Knevel naar zijn Indische roots, in de persoon van zijn baboe Ninih.

Van Dongen tekent in de klare-lijntraditie van Hergé, geestelijk vader van Kuifje, maar laat in het tweede deel van Rampokan pas goed zien hoezeer hij die simpele stijl ontstegen is. Zijn regie en plaatindeling zijn gewaagder, hij ontduikt de strikte tekenregels en gaat naarmate het album vordert zelfs steeds realistischer tekenen. Daarmee drukt hij zijn eigen stempel op de doorgaans zo vernieuwingsloze klare lijn. Mede dankzij Van Dongens volwassen beeldtaal kon Rampokan uitgroeien toe het monumentale tweeluik dat het is.

Dreigde het werken aan het tweede deel na al die jaren een invuloefening te worden?

Van Dongen: “Daar moest ik voor oppassen. Het eerste deel speelt zich af op Java, het tweede deel op Sulawesi, het vroegere Celebes, waarover ik veel minder beeldmateriaal had. Ik moest dus weer op zoek gaan. Natuurlijk was ik al twee keer op Sulawesi geweest en heb daar veel foto’s gemaakt, maar dat was ook alweer zes jaar geleden. Ik moest dus oppassen dat ik niet voor de gemakkelijkste oplossingen ging kiezen.”

Rampokan is deels paginagroot voorgepubliceerd in Het Parool. Hoe waren de reacties?

“Al na een week of tien stond er in de krant een brief van een lezer die het oude Kapitein Rob-gevoel meende te herkennen bij het lezen van mijn strip. Verder heb ik gehoord dat oud-militairen er niet zo blij mee waren. Zij vinden het niet leuk dat deze geschiedenis weer wordt opgerakeld, want zij zijn de verliezers. Jarenlang zijn ze in feite miskend en voor hen is zo’n strip erg pijnlijk. Zelf stond ik daar niet zo bij stil. Parool-hoofdredacteur Matthijs van Nieuwkerk vertelde me dat er heel positieve reacties waren, maar ook hele kwade. Er werd zelfs gesproken van geschiedvervalsing.”

Trek je je dat aan?

“Het is natuurlijk de benadering van hoe ik bepaalde dingen zie. Ik heb veel gehad aan dagboekbeschrijvingen van oud-militairen. Als iemand het geschiedvervalsing noemt, ben ik benieuwd wat hij daaronder verstaat. Goed, één ding heb ik echt bedacht: uiteindelijk worden de lijken van twee terroristen opgehangen en door soldaten met speren doorboord. Dat met die speren komt voort uit mijn eigen zieke geest. Maar het is wel zo dat Indonesische krijgsgevangenen standrechtelijk werden geëxecuteerd en vervolgens niet begraven mochten worden om als afschrikking te dienen. In dat opzicht werd er dus inderdaad geen respect getoond voor de doden.”

Hebben de reizen naar Indonesië er ook voor gezorgd dat jouw betrokkenheid toenam?

“Zeker. De tweede reis was weliswaar meer vakantie en familiebezoek, maar door de eerste reis ben ik echt achter zaken gekomen waar ik nooit bij stil stond. Ik ben bij voorbeeld op eilanden geweest waar mijn moeders familie vandaan komt. Dat is natuurlijk een soort sentimental journey. Je gaat je rustiger en op een bepaalde manier ook meer thuis voelen. Je blijft natuurlijk een vreemde, je hoort daar niet… maar toch vind je een heleboel oude sporen terug. Dingen die ik daar heb meegemaakt, ook heel gewone dingen, keren terug in mijn strip.”

Rampokan: Java/Celebes (Peter van Dongen). Harmonie/Oog & Blik 1998/2004.

Tags: , , , , ,

One Response to “‘Rampokan is mijn ticket naar Indonesië’”

  1. JeroenMirck.nl » Stripschapprijs? Says:

    […] Weinig nieuwe toppers breken door, terwijl anderen simpelweg te weinig gemaakt hebben. Zo verdient Peter van Dongen wat mij betreft zonder meer de Stripschapprijs, maar hikten verschillende jury’s (ik zat er zelf ook ooit enkele jaren in) aan tegen zijn beperkte oeuvre van slechts vier boeken. […]

Leave a Reply