Column: Hoezo Haarlem?

Sigmund-adviesIk was dit jaar twee volle dagen in Haarlem, maar heb geen enkele expositie gezien. Geen Blowjob-selectie voor mij, geen Dolhuys, geen Zweden, Noren, Finnen of Denen, om nog maar te zwijgen over de woordloze stripkeuze van Lewis Trondheim.

Ook heb ik geen enkele lezing bijgewoond. Dus hoorde ik Joost Pollmann niet praten over striplandschappen en stelde ik me niet bloot aan Peter de Wits visie op gekken in de strip. Gek, zult u zeggen, want wat doet een stripjournalist dan op de Stripdagen Haarlem? Het antwoord is simpel: ik had gewoon geen zin. Of geen puf. Of geen lust. Iets daaromtrent.

Ik had misschien nog wel die dansvoorstelling over Gutsman willen zien, vooral vanwege de vermeende danspasjes van geestelijk vader Erik Kriek, maar ook daar kon ik me niet toe zetten. Evenmin bezocht ik op vrijdag de opening van het festival, die in eerdere jaren toch altijd garant stond voor veel schoudergeklop en (strip)biergeslemp. Wat was er met me aan de hand?

Elke amateurpsycholoog zal de diagnose paraat hebben: ik ben het stripgedoe beu. Er zijn zo van die fasen in iemands leven waarin hij het beeldverhaal afzweert. In de puberteit, wanneer brommers en meiden het winnen van strips en knikkers. Aan het begin van de studietijd, wanneer strips worden ingewisseld voor lesboeken, joints en sloten bier. Of natuurlijk onderaan de carrièreladder, wanneer de eerste echte werkdruk je de tijd voor die leeshobby ontneemt – zeker als zich ook nog kinderen aandienen. Ik ben geen scholier, student of starter meer, dus dat kan het niet zijn. De kinderen dan? Nee, die zijn ook niet in zicht.

Ben ik het dan evengoed beu? Ja en nee. De stripwereld is enorm in ontwikkeling. Hoewel de gouden tijden van Pep nooit meer zullen terugkeren, is de aandacht voor het beeldverhaal wel degelijk weer groeiende. Strips krijgen hier in Nederland meer aandacht in landelijke media dan lang tevoren. Ik heb het allemaal gevolgd en de ontwikkeling met plezier gadegeslagen. De strip groeit in aanzien, hoera!

Tegelijk ben ik me gaan afvragen wat mijn rol is in dit geheel. Tot voor kort wilde ik alles volgen, alles verslaan, alles coveren, alles vastleggen. Dat is ondoenlijk geworden. Wat ga je dan doen? Je gaat jezelf richten op enkele speerpunten: graphic novels, stripexperimenten, webcomics… Voor dat laatste ondergeschoven kindje heb ik zelfs een prijs in het leven geroepen: de Clickies. In Haarlem reikte ik die prijs voor de tweede keer uit.

We hadden het goed voorbereid, met een deskundige jury en een slim publiciteitsplan. Dat betaalde zich uit, want de media-aandacht was enorm. Winnares Liz Greenfield (Stuff Sucks) stond prominent op de websites van Volkskrant en Bright, terwijl winnaar Stephan Brusche live te horen was op Juize FM en Radio Online. Zelf vlogen mijn uitspraken als juryvoorzitter via Novum Nieuws naar de media, waaronder Webwereld, Trouw en NU.nl. De uitreiking op zaterdag werd onvergetelijk dankzij de unieke prijsbokalen van stripcollectief Lamelos – in de vorm van tot fallusvormen beschilderde joysticks.

Na die uitreiking was ik doodop. Een lange voorbereiding had zich uitbetaald in een spetterend slot. Ik deed later die middag nog wel een podiuminterview met enkele deelnemers aan de Stripstrijd in Het Parool, maar eigenlijk wilde ik vanaf dat moment maar één ding: rust. Elke dag rust, zou Stripstrijd-deelnemer Ruben Steeman zeggen. Zo liep het ook. De rest van de middag spendeerde ik op het terras van Brinkmann, waarna ik met een gezelschap tekenaars nog afzakte naar het Sprookjes in strookjes-feest in café Cicero. Het werd laat, maar toch haalde ik nog een decente trein naar Amsterdam.

De volgende dag had ik me voorgenomen om toch nog wat van het festivalprogramma tot mij te nemen, maar met de vriendin die ik had meegetroond bleef ik andermaal vastgeplakt aan een terrasstoel op de Grote Markt. Om me heen zag ik diverse strip-insiders druk in de weer, maar ik gaf geen krimp. Het bier smaakte me heerlijk en het festival kon ook wel verder zonder mij.

Die dag wist ik het zeker: ik ging gas terugnemen. Minder op de voorgrond, minder publiceren. Op die dag besloot ik ook dat een stripcolumn niet meer in mijn nieuwe plaatje paste. Daarom stop ik op deze plek. Dank voor de aandacht en tot ziens!

Dit is de vijftiende en laatste column van journalist Jeroen Mirck voor stripblad Myx, verschenen in de editie van augustus 2006.

clickies-lamelos-haarlem

Tags: , , , , ,

One Response to “Column: Hoezo Haarlem?”

  1. Stripdagen Haarlem 2014 Says:

    […] In mijn laatste column (‘Hoezo Haarlem?’) leg ik uit dat ik een beetje klaar ben met de stripwereld. Als journalist en dus ook als columnist. Hoewel ik sindsdien nog mondjesmaat over strips ben blijven schrijven, markeerde deze column wel echt een keerpunt. In je leven komen soms momenten langs dat je de bakens moet verzetten. Voor mij waren de Stripdagen Haarlem 2006 zo’n sleutelmoment. Wat overigens niet wil zeggen dat ik sindsdien nooit meer naar het festival ben geweest, in tegendeel. Ook dit weekend ben ik er weer bij in Haarlem. Als liefhebber, niet als stripjournalist. […]

Leave a Reply