Column: Stripfundamentalist

KampioenenEr zijn niet zo bar veel strips die onze kijk op de wereld veranderd hebben, die iconen zijn geworden. Voor Kuifje geldt dat natuurlijk, of uiteraard de tragiek van Maus. Maar wat moeten we met de zoveelste mopperende kabouter of kat?

Toch loopt de stripwereld over van opgezwollen ego’s en over het paard getilde pseudo-talenten. Dit grijze gemiddelde houdt zichzelf in stand door elkaar schouderklopjes te geven, bij opdrachtgevers binnen te lullen en onderling prijzen toe te kennen. Als je maar lang genoeg meeborrelt op stripbeurzen ga je vanzelf wel een keer met een Gouden Vlakgom naar huis.

Dat geldt in Nederland evenzeer als in Vlaanderen. Toen stripjournalist Geert De Weyer zich opwierp als organisator van het festival Strip Turnhout, wilde hij dat anders doen. “Je ziet dezelfde mensen steeds terugkeren, de Bronzen Adhemar werd altijd aan Vlamingen gegeven”, zegt hij op FrontaalNaakt.nl. “Het was een vriendenclubje, een onderonsje. Daar wilde ik absoluut vanaf. Nu worden we geboycot door een aantal Vlaamse auteurs die dat niet leuk vinden, zoals Hec Leemans. Omdat ik een strip van hem negatief heb gerecenseerd. Hij vindt zichzelf geweldig, terwijl hij eigenlijk maar een heel beperkte tekenaar is, maar dat mag je dan weer niet schrijven.”

Op Stripforum.be leidde deze opmerking tot de nodige kritiek. Wie dacht De Weyer wel niet dat hij was!? Ik nam het voor hem op: “Enorm dom van die tekenaars om een populair stripfestival te mijden omdat één van de organisatoren hen niet aanstaat. Uiterst onprofessioneel ook. Waarom bedenkt zo’n Hec Leemans niet dat hij negatieve recensies gewoon te danken heeft aan de matige kwaliteit van zijn werk?”

Ik had een lange teen geraakt, want binnen een uur bliepte mijn mailbox. Hector Leemans in hoogst eigen persoon. “Ik lees in uw commentaar op een forum dat u denkt dat ik van Strip Turnhout ben weggebleven omwille van een slechte recensie door Geert De Weyer. Ik zou me zwaar zorgen maken over de kwaliteit van mijn werk mocht ik een goede recensie krijgen van De Weyer. Ik zit nog maar 35 jaar in het vak. Ongetwijfeld ken ik niets van strips, u wel. Twee jaar geleden heb ik op zondagmiddag in Turnhout gesigneerd. 650 albums in totaal. Men had dranghekken geplaatst om de toestroom van het publiek in goede banen te leiden. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de matige kwaliteit van mijn werk.”

Afgezien van de evident ingehouden woede waren het vooral de genoemde dranghekken die me fascineerden. Ik schreef terug: “In de discussie moet men altijd vermijden om ‘succes’ en ‘kwaliteit’ met elkaar te verwarren. Succes zou men ‘commerciële kwaliteit’ kunnen noemen, en op dat vlak doet een strip als FC De Kampioenen het erg goed. Daarbij ben ik zo eerlijk om de intrinsieke kwaliteit van een dergelijke strip ‘matig’ te noemen. Dat heeft niks met dédain te maken. Ik gun u natuurlijk alle succes van de wereld, maar u hoeft mij niet met verkoopcijfers en dranghekken om de oren te slaan om uw gelijk te halen. Die zeggen namelijk alles over het succes, maar niet per se iets over de kwaliteit.”

Leemans: “Ach, meneer Mirck. Uw kijk op de stripwereld is zo egocentrisch.”

Ik moest lachen. “Egocentrisch? Verklaar u nader.”

Leemans: “Ik wil geen academische discussie, want ik vrees dat dat hopeloos is. Maar stripcritici – er zijn uitzonderingen – kijken vanuit hun ivoren toren neer op alles wat voor een breed publiek is gemaakt. Ze meten alles af aan de ‘kunst’ die ze voor ogen hebben. Het brede publiek – lees: kinderen, jongeren – is in hun ogen ook geen ‘strippubliek’. Jullie leven in een zelf-gefabriceerde ‘stripscene’ ver van de (vaak economische) werkelijkheid. U riskeert te verworden tot stripfundamentalist die gaat voorschrijven hoe de wereld er dan wel zou moeten uitzien. Cultuurfascisme. Einde debat hoor. Ik heb wel wat anders te doen.”

En Hec ging weer verder met geld verdienen. Daar geef ik hem groot gelijk in, meer dan hij wellicht zou verwachten. Strips hoeven helemaal geen kunst te zijn – al denkt menig ambachtelijk tekenaar dat het gehele recensentencorps wel degelijk die mening is toegedaan. Nee, het gaat erom dat strips met passie worden gemaakt. De strips van Leemans zijn routineus en passieloos. Daarom verraste hij me in positieve zin met zijn vlammende betoog. De passie ís er dus wel. Hec, trek die lange tenen in en stort je op iets verfrissends nieuws!

Dit is de twaalfde column van journalist Jeroen Mirck in stripblad Myx, verschenen in de editie van maart 2006.

Bakelandt-guldenvlies

Tags: , , , , , , , ,

Leave a Reply